Blog: 'Altijd weer die vraag: waar is iedereen?' door Sander Troost - lid kernteam UTA

In minder dan zes maanden na de meest recente gemeenteraadsverkiezingen kennen alle gemeenten in de regio Utrecht weer een geïnstalleerd bestuur. Dat is een stuk sneller gegaan dan de 299 dagen die nodig waren om te komen tot het kabinet Rutte IV. Anders dan het landelijke bestuur heeft het lokale bestuur geconcludeerd dat grote opgaven niet gebaat zijn bij uitstel. En geef ze eens ongelijk.

De komende jaren moeten op lokaal niveau besluiten worden genomen over ingewikkelde vraagstukken als de energietransitie en verduurzaming van de gebouwde omgeving. Ook opgaven buiten het fysieke domein gaan veel aandacht vragen. Zo staan veel uitvoerings- en dienstverleningstaken van gemeenten onder druk. Beide opgaven hebben nu al te maken met eenzelfde hindernis: de afwezigheid van voldoende gekwalificeerd personeel.

Niet elke wethoudersploeg lijkt hiervan op de hoogte te zijn. Uit enkele coalitieakkoorden valt namelijk op te maken dat de partijen meer banen willen creëren. Dit is een achterhaald mantra. Op dit moment is het aantal vacatures zeer hoog (451 duizend in eerste kwartaal 2022) en is de werkloosheid zeer laag (338 duizend in eerste kwartaal 2022). Dit maakt dat ruim 15 procent van alle openstaande vacatures onvervulbaar is. Gelukkig is het overgrote deel van de gemeenten zich wél bewust van een nieuwe realiteit op de arbeidsmarkt. De vraag die altijd weer op tafel wordt gelegd tijdens een bespreking over de regionale aanpak van arbeidsmarktkrapte: waar zijn alle werknemers toch heen?

Welnu, arbeidsmarktspanning is een conjunctureel verschijnsel. Dit was goed te zien tijdens de verschillende lockdowns vanwege corona. Na een lange periode van stijging daalde het aantal werknemers voor het eerst in april 2020 ten opzichte van dezelfde maand in het voorgaande jaar. Vooral in de horeca, vervoer, cultuur, sport, retail en recreatie is samenhang van de lockdowns met arbeidsmarktstromen goed te zien. In veel gevallen ging dit om onzekere en slecht betaalde banen. Toen de vraag naar goederen en diensten in rap tempo aantrok, zagen deze sectoren oude werknemers niet terugkeren. En in bijna alle gevallen bleef de achtergelaten baan bestaan. Op zichzelf prachtig dat werknemers overstapten naar een andere werkgever tijdens de coronacrisis. Onduidelijk is alleen of de nieuwe baan meer zekerheid en loon biedt. Mocht dit niet het geval zijn dan leveren de arbeidsmarkttransities tijdens de coronacrisis extra hoofdbrekens op bij hen die arbeidsmarktkrapte te lijf gaan. En voor iedereen die denkt dat de voorspelde recessie de tekorten zal terugdringen heeft het mis. Diverse arbeidsmarktexperts zien geen enkel teken dat de spanning zal teruglopen. De komende decennia is arbeidsmarktspanning geen conjunctureel, maar structureel verschijnsel.

Sander Troost