Leven Lang Ontwikkelen moet voor iedereen vanzelfsprekend worden

Hij staat nog ‘in de luisterstand’ en is net begonnen aan een honderddagenprogramma, waarin hij zich wil inwerken en veel partijen in de regio wil spreken: Jeroen van Hooff (CEO Koninklijke Jaarbeurs) werd op 2 juni benoemd tot voorzitter van de UTA. Grote statements wil hij dan ook nog niet maken, maar over één ding is hij heel helder: ‘Als we een leven lang ontwikkelen voor iedereen vanzelfsprekend willen maken, moeten we de band met bedrijven steviger maken. Daar ligt de sleutel’. 

Wat voor soort voorzitter heeft de UTA met jou in huis gehaald? 
‘Ik ben van verbindend leiderschap. Het opleidingsveld en de overheid zijn in de UTA al sterk met elkaar verbonden. Maar er is nog een derde partij, en dat zijn de bedrijven. De band daarmee kan sterker. Ik heb dat zelf ook gemerkt in mijn rol als CEO: we zijn als Jaarbeurs weinig bevlekt geraakt door de UTA. Veel bedrijven kennen de UTA niet, daar wil ik aan werken. Ik wil een boegbeeld zijn. Verder denk ik dat ik als voorzitter het nodige aan enthousiasme en inspiratie zal meebrengen. En ik wil dingen tastbaar maken. Ik ben uit op concrete resultaten die impact hebben op het vraagstuk waarop de UTA zich richt.’ 
 
Hoe denk je dat de band met bedrijven verstevigd kan worden? 
‘Ik geloof niet in een micro-aanpak; we kunnen niet elke mkb’er benaderen. We kunnen wél samenwerken met mkb-organisaties en met de partijen in ons netwerk die dicht bij mkb-bedrijven staan. Met als doel dat er hapklare concepten komen voor aangesloten bedrijven om een leven lang ontwikkelen te stimuleren. Uiteindelijk moet dat voor iedereen vanzelfsprekend worden. Het is dus zaak dat we meer bekend raken bij deze organisaties en hen meer opzoeken. Dat kan door de concrete en succesvolle projecten die we al hebben beter uit te dragen. Daar zit het wellicht meer in dan in het bedenken van nieuwe dingen.’  

‘Veel bedrijven kennen de UTA niet, daar wil ik aan werken’ 

Hoe ervaar je de krapte op de arbeidsmarkt bij Koninklijke Jaarbeurs? 
‘We hebben, om die termen maar te gebruiken, zowel white collar- als blue collar-medewerkers. De mensen die het kantoorwerk doen, denk aan sales, marketing en communicatie, beschikken over het algemeen over goede digitale vaardigheden. Bij deze groep hebben we wel te maken met uitstroom die hoger is dan we zouden willen. De binding met bedrijven is bij de jongere generaties nu eenmaal minder groot en ze stellen meer eisen aan het werk. Bij de uitvoering, de mensen die in de keukens werken, de gastvrouwen en receptionistes, is het soms moeilijk om alle plekken gevuld te krijgen. Vooral horecapersoneel is schaars. Goed werkgeverschap is een voorwaarde om als ondernemer deze uitdagingen aan te gaan. Een leven lang ontwikkelen hoort daarbij. Net zo goed als dat je als werkgever bij de werving breder moet kijken dan de ideale kandidaat.’ 
 
Utrecht Talent Alliantie spreekt niet over een leven lang leren, maar van een leven lang ontwikkelen. 
Waarom is die benaming zo belangrijk? 
‘Bij “leren” denken de meeste mensen dat ze terug in de schoolbanken moeten: het wordt geassocieerd met traditioneel onderwijs. Maar leren kun je op allerlei manieren doen. Je leert door te kijken hoe collega’s het doen. Je kunt korte cursussen volgen, bijvoorbeeld online. Leren doe je in feite elke dag door lessen te trekken uit je ervaringen en de dingen steeds iets anders aan te pakken. Het woord “ontwikkelen” dekt die bredere lading veel beter.’ 
 
Tot slot: wat ga je als UTA-voorzitter als eerste doen? 
‘Ik blijf nog even in de luisterstand en ga veel mensen spreken. Met vooral één vraag in mijn gedachten: hoe krijgen we het vliegwiel sneller in beweging: hoe krijgen we werkgevers “mee”? Er is een kopgroep, maar waar is het peloton? Als we daar, over pakweg een jaar, een stuk verder mee zijn, dan ben ik tevreden.’ 

Tekst:Ton Smits LinkedIn: @tonsmits