Reflectie op Prinsjesdag
Sander Troost, beleidsadviseur Economie Provincie Utrecht en alliantiepartner neemt ons mee in de actualiteit van de arbeidsmarkt in de regio Utrecht vanuit een economisch perspectief en in relatie tot het hoofdlijnenakkoord van de nieuwe regering Schoof.
De arbeidsmarkt in het tweede kwartaal van dit jaar lijkt erg op die van de voorgaande kwartalen: zeer krap, maar stabiel. De krapte, uitgedrukt in het aantal vacatures per 100 werklozen, komt dit kwartaal in de provincie Utrecht een fractie hoger uit: 128 tegenover 138 in het eerste kwartaal. Er zijn nu al bijna drie jaar op rij meer vacatures dan werklozen. De lichte stijging komt doordat het aantal vacatures (39.900 in totaal) iets toenam en het aantal werklozen verder daalde (29.000 in totaal). Het totaal aantal banen van werknemers en zelfstandigen steeg landelijk met 22.000 in het tweede kwartaal van 2024.
Die toename is kleiner dan in de vorige kwartalen en wijst net als de vacatures en de werkloosheid op een redelijk stabiele situatie. Hierdoor steeg het aantal werkenden wel. Zoals je mag verwachten in een krappe arbeidsmarkt zat de grootste groei in het aantal mensen met een vast contract. Het aantal werknemers met een flexbaan nam af. Steeds meer mensen met een flexbaan krijgen een vast contract, of gaan als zelfstandige aan de slag om zo meer autonomie en/of een hoger salaris te krijgen. Het aantal zelfstandigen steeg namelijk ook.
Droogkoken
Dit alles wijst erop dat de rek op de arbeidsmarkt eruit begint te raken. Bijna iedereen die wil en kan werken doet dat al, en mensen die al werken hebben maar beperkt de ruimte om meer te gaan werken. De arbeidsmarkt is aan het droogkoken: de vraag blijft hoog, de grenzen van het aanbod lijken bijna bereikt. Wat zegt binnen deze context het hoofdlijnenakkoord 2024-2028? Weinig! Hierin wordt de arbeidsmarktopgave versmalt tot grip op arbeidsmigratie en het bieden van bestaanszekerheid. De oproep van Pieter Omtzigt getuigt van realisme, namelijk dat er aandacht nodig is voor de belemmering die de huidige arbeidsmarktsituatie vormt nu en in de toekomst in het regeerprogramma.
Vraag is nu: is er geluisterd naar deze inbreng? Wat staat er in het regeerprogramma? Het korte antwoord is: ja.
Er is zelfs een apart hoofdstuk gewijd aan de arbeidsmarktkrapte. De arbeidsmarktsituatie vraagt om prioritering en is aanwezig in zowel de publieke als private sector. Het kabinet wil prioriteren in bedrijvenbeleid, wat zo veel betekent als dat economische activiteiten worden beoordeeld op hun bijdrage aan welvaart in de brede zin. Het kabinet wil de arbeidsmarktproductiviteit verhogen dus ‘meer doen met minder mensen’. Hier wordt veel verwacht. Wetenschappelijk gezien heeft productiviteitsgroei nog nooit geleid tot meer werkloosheid en minder krapte. In de praktijk komt dit altijd neer op een verschuiving van werkgelegenheid.
Door op ingeslagen weg
Nu wordt het interessant voor de Utrecht Talent Alliantie: de regering wil namelijk ‘leerzekerheid’ koppelen aan ‘werkzekerheid’. De mogelijkheid hebben om je te ontwikkelen vraagt om scholing. Echter, geen nieuwe wetgeving wordt verwacht en daarmee lijkt op het thema arbeidsmarkt het kabinet vooral door te willen gaan op de ingeslagen weg.
Regionaal werkcentrum
Belangrijkste ontwikkeling is ook de hervorming van de arbeidsmarktinfrastructuur met de oprichting van nieuwe Regionale werkcentra. Ook in onze regio is dit een belangrijk sociaal-economisch thema als het gaat om dienstverlening richting werkenden, werklozen en werkgevers. Wat beoogt de oprichting van 1 Regionaal werkcentrum per arbeidsmarktregio:
- Overzichtelijkheid: 1 toegangspoort tot publieke en private dienstverlening
- Versterken van werk-naar-werk dienstverlening
- Ontschotten budget en beleidskaders: versterken van gezamenlijke dienstverlening
- Ontsnippering samenwerking: 1 publiek-private governance
De Utrecht Talent Alliantie werkt er hard aan om met name de dienstverlening richting werkenden vanuit het werkcentrum te versterken. Een instrument hiervoor is het Regionaal talentfonds, dat scholingsvouchers biedt voor werkenden. Deze ontwikkeling speelt niet alleen in onze regio, maar in meerdere provincies. Om landelijk draagvlak te creëren voor de regionale aanpak, is het consortium HC-NL gevormd (Human Capital Nederland).
HC-NL is een consortium van provincies, de VNG en regionale talentfondsen met het doel toegankelijke en arbeidsmarktrelevante scholing voor het individu te bewerkstelligen. In dit consortium gaat het gesprek over hoe we het bestaande LLO-stelsel, dat al tientallen jaren functioneert zoals het functioneert, moet veranderen om doelgroepen te bereiken die nu niet worden bereikt. Hier geldt: samen sta je sterker. Er is aan de deur geklopt van ministeries en dan met name SZW. En we zijn gehoord. Gelukkig. Zodat bestaande fondsen voldoende slagkracht krijgen om op te schalen en regio’s zonder fonds kunnen starten.